Monday, March 06, 2017

De handen van mijn moeder

Mijn moeder met haar kleindochter Belle.
Op mijn blog "Tutto è possibile" schreef ik in de eerste helft van 2005 een reeks stukjes in het Nederlands die ik later verwijderde, op een definitieve manier, zodat ze nooit meer publiek gemaakt konden worden. Althans, dat dacht ik. Maar gisteren liet mijn zoon mij zien dat hij ze nog kan vinden op internet, met een in mijn ogen bijzondere zoekfunctie, die voor hem normaal is. 'Denk nooit dat je iets definitief verwijderd hebt,' waarschuwde hij, 'veel ervan blijft gewoon op internet staan en kan worden teruggevonden.' Als voorbeeld liet hij mij oude websites zien van FONDAD, de organisatie waarvan ik de baas ben. Ik was helemaal vergeten dat er oudere versies van de website van FONDAD waren!

Maar hij liet mij ook een stukje zien waarvan ik dacht dat ik het definitief van "Tutto è possibile" had verwijderd... Ergens in mijn computer moet ik nog een van die stukjes hebben, dat over de handen van mijn moeder gaat, opgeslagen als word-bestand. Als ik het kan vinden, kopieer ik het hieronder...

Haar handen
Zekerheid zocht hij, en z'n vader waarschijnlijk ook. Zeven was hij toen de derde vrouw van zijn opa hem vertelde dat z'n vader was overleden. In een eikenbos liep hij toen hij de onheilstijding hoorde. De slaapkamer, 'zijn' slaapkamer, zocht hij, de kamer die hij zich nog maar een paar dagen tevoren eigen had gemaakt toen hij bij zijn opa ging logeren. Huilen moest hij, en niemand kon hem troosten.
Terug in het 'ouderlijk' huis duurde het niet lang voordat hij de pijltjes zag liggen, in een lade van het bureau van zijn vader.
'Waarom zitten deze pijltjes in een étuitje?' vroeg hij.
'Dat zijn wedstrijdpijltjes,' zei zijn moeder.
'Waarom zit er karton in en zijn de punten zo zwaar?' vroeg hij.
'Dan kun je er beter mee mikken,' antwoordde zij.
'Maar waarom zijn de vleugeltjes van karton,' vroeg hij.
Zijn moeder keek peinzend. 'Ik weet het niet,' zei ze. 'Ik heb het me nooit afgevraagd.'
'Zou opa het weten?' vroeg hij.
'Dat denk ik niet,' antwoordde ze lachend. 'Hij heeft nog nooit met pijltjes gegooid.'
'Waarom niet,' vroeg hij. 'Vindt hij dat niet leuk?'
'Misschien zou hij het wel leuk vinden als hij het deed, maar het is nooit in zijn hoofd opgekomen om het te doen, met pijltjes gooien.'
'Hmm,' zei hij, in gedachten verzinkend, en z'n moeder liep al weer weg, om de was te doen.
Hij kwam bij haar in de keuken staan. De wasmachine was klaar met draaien, zijn moeder was bezig een laken tussen de twee witte rollen van de wringer door te draaien. Een grappig gezicht, dat natte ongevormde laken dat er zo strak en bijna droog uitkwam.
'Mag ik helpen met wringen?' vroeg hij.
'Natuurlijk, jongen. Maar wees voorzichtig met je vingers.'
Even later stonden ze samen buiten, moeder en zoon. Hij keek hoe zij de wasknijpers in haar mond stak en het wasgoed aan de lijn hing. De zon scheen, het waaide een beetje, binnen een paar uur zou de was droog zijn. Dan zou zijn moeder hem vragen om het laken aan een kant vast te houden, 'Goed vasthouden hoor!', en dan gingen ze elk aan een kant trekken, en het laken dubbel vouwen, en nog een keer dubbel, en dan zou hij zijn uiteinde aan haar geven, en nog een keer, en dan vouwde ze het laken op het juiste formaat en streek er met haar handen over, met haar zachte handen die hem soms 's avonds in slaap streelden als hij de slaap niet kon vatten.
Nooit vroeg ze waar hij aan dacht.
Nu dacht hij aan haar handen... en opeens vroeg ze waar hij aan dacht.
Hij kreeg tranen in zijn ogen.
posted by giovanni at 5:56 AM 0 comments  


 

Friday, March 03, 2017

'Moordenaar,' zei hij geloof ik.

Opa "Baardje"
Twaalf jaar geleden creëerde ik de blog Tutto è possibile, omdat ik commentaar wilde kunnen geven op een mooie tekst die ik op een blog had gelezen. Dat kon alleen als ik zelf een blog had, dus maakte ik er een. En zo schreef ik even later een commentaar en er achteraan nog een, die de schrijver van de blog deed opmerken: "Dank voor deze zeer welkome 'comments' (alhoewel die term voor deze twee autonome prozateksten niet geheel op zijn plaats is natuurlijk)."

Hier zijn de twee commentaren die ik 12 jaar geleden schreef: 
Blogger
'... de volgende zak gleed er niet af, ook al deed het pijn aan m'n nek.'
giovanni said...
50 kg op je nek is veel, weet ik uit ervaring. De eerste zak gerst van 50 kilo die ik in 1973 op een akker op het Chileens platteland door twee landarbeiders op mijn schouder liet leggen, rolde er aan de andere kant meteen weer af. We moesten allemaal lachen. Maar ik liet me niet op m'n kop zitten: de volgende zak gleed er niet af, ook al deed het pijn aan m'n nek om hem door het modderige veld naar de kar te dragen. Ik wist nog niet het juiste evenwicht te vinden.
Een paar dagen later, toen een vrachtauto op onze coöperatieve boerderij kwam en de mannen in gezwinde vaart met een zak op de schouder/nek over de schuine plank omhoog liepen om de auto te laden kon ik niet achterblijven. En daar liep ik met mijn eerste zak over de smalle plank omhoog, iedereen keek gespannen toe, de mannen, vrouwen en kinderen die op de boerderij woonden en bij wie de komst van de vrachtauto een lichte opwinding teweeg had gebracht...
Jouw vader was een krachtpatser, lichamelijk en geestelijk (denk ik op grond van je verhalen). Misschien is krachtpatser niet het juiste woord maar ik denk dat je begrijpt wat ik bedoel.
Een vriend van mij was ook kleermaker, in Amsterdam. Hij kwam uit de Jordaan, werd chef coup. Uit zijn verhalen kreeg ik niet de indruk dat hij als "wijf" werd gezien. Hij was trots op zijn vakmanschap en heeft de gordijnen in mijn werkkamer genaaid toen hij vond dat mijn vrouw daar te lang mee wachtte. Zijn oude naaimachine staat bij ons nog steeds in de kelder.
Mijn vriend, onze vriend, "opa Baardje" voor onze kinderen, is een paar jaar geleden plotseling overleden, op z'n 72-ste. Zijn laatste krachtdaad was dat hij samen met mij een kast in onze huiskamer verzette en hij door z'n rug ging. 'Verdomme, m'n rug!' zei hij alleen maar binnensmonds.
Voor die rug ging hij in fysiotherapie. Na drie maanden was het nog niet over, tot zijn grote ergernis. Een week later was hij dood, voor iedereen volstrekt onverwacht.
Ik voelde mij vereerd dat ik door zijn kinderen werd gevraagd bij de begrafenis te spreken.
1:08 PM  
Blogger giovanni said...
Ik wil wat toevoegen aan mijn eerste, spontane commentaar dat ik onmiddellijk na lezing van weer een prachtig verhaal van jou optikte. De chef coup over wie ik het heb, "opa Baardje", was het tegendeel van een zwak wijf, hij was een en al stoerheid en kracht. Hij sprak zelden zacht. Hij kwam meestal luid pratend binnen, met veel nadruk en het tegendeel van wegvluchtende ogen -- hij had een felle, vitale, kinderlijke (is dat het juiste woord vraag ik me af) blik. Ik leerde hem kennen als timmerman in ons huis (hij heeft vele beroepen gehad maar bleef altijd met een zekere weemoed praten over de periode dat hij chef coup was) in een winter die nogal streng was. Op een dag was hij samen met de Groningse oom van mijn vrouw (zij heeft uitsluitend Groningse ooms) in ons huis bezig en kondigde tijdens de koffiepauze aan dat hij de volgende dag de elfstedentocht ging rijden. Hij was toen 55, bijna de leeftijd die ik nu heb. Onze Groningse oom geloofde hem niet en dacht dat hij een grapje maakte of hem er tussen nam. Mijn Groningse vrouw geloofde hem ook niet. Grootspraak of humor van een Amsterdammer, maar in elk geval niet de waarheid. Groningers hechten aan de waarheid.
Twee dagen later. 'En hoe was de elfstedentocht?' luidde de spottende vraag.
'Ik heb er door die rotknie langer over gedaan dan ik wilde.'
Jaren eerder was hij aan een knie geopereerd en tijdens het werken in ons huis hoorde ik hem toen en ook later vaak vloeken over die rotknie. 'Moordenaar,' zei hij geloof ik tegen die knie.
Vele jaren na deze elfstedentocht was hij bezig de achtergevel van ons houten huis te vernieuwen, er stond een steiger tegen het huis, een beetje wiebelend, er door hem in zijn eentje neergezet, zonder verankering aan het huis. Met een zwaar, hardhouten raamkozijn van onze slaapkamer op zijn nek zette hij de eerste schreden op de aluminium buizen van de steiger.
'Zal ik je helpen?' vroeg ik.
'Nee, hoeft niet,' was zijn korte antwoord terwijl hij met dat gevaarte op zijn nek langzaam omhoog klom.
Bovenaan gekomen, op de tweede verdieping, en uit eigen ervaring weet ik dat dat vrij hoog is als je naar beneden kijkt, kreeg hij het kozijn niet door de buizen van de steiger heen, het bleef steken.
'Zal ik komen?' vroeg ik.
'Nee,' luidde het nog kortere antwoord. Gevolgd door 'Verdomme, wie is hier de baas!'
Even later zat het kozijn op zijn plek.
Bij zijn begrafenis memoreerde ik dit voorval. Zelfs zijn vrouw en kinderen die ernstig op de eerste rij zaten en het zelf niet voor elkaar kregen om iets over hem te zeggen en daarom hadden gevraagd of ik dat wilde doen, moesten lachen.
Mijn eigen vader was ook een chef, personeelschef, maar een voorstelling van zijn beroep kon ik me nooit maken. Als mijn vriendjes vroegen wat mijn vader had gedaan zei ik daarom altijd: hij werkte bij de Shell. Dat klonk vertrouwd, want op de lagere school gingen soms de gordijnen dicht en werd een film vertoond, meestal van de Shell die ergens met bulldozers bomen in een oerwoud omver trok om de veelbegeerde olie uit de grond te halen.

Thursday, March 02, 2017

Infinite space - Latin languages

Drawing by Aafke Steenhuis.

I started my first blog Tutto è possibile, in Dutch. After a few months I switched to Spanish because that language gave me more freedom to express myself. "To express myself" means that I turn the non-verbal or pre-verbal into language (it could also be music). I love thoughts and feelings that are not expressed in language, because language structures and limits, and I like space, infinite space.



I skip over three lines, in order to give space and time to the idea above, and not immediately suppress or overflow it with a next thought. But the human mind usually works in such way that your eyes are immediately carried away by the next image, even if that image is not visible to an outsider and is present only in your head. The acting of the human mind in such way can create unrest and disintegration. But it can also create the opportunity to give structure and dynamism to the reality as you see it.



Again I jump 3 lines and write three as 3. You can say, three is the same as 3, or three = 3, but visually it looks different and that visual difference makes the experience or perception different. That is, because you give a sign a meaning which is not a meaning in itself but a meaning that depends on other signs and meanings evoked by the perception of the sign. You can also say: you interpret a character within a context. For each person the context is different. It is amazing that we still understand each other usually pretty well, in formal language (mathematical language) more easily than in language fed with associations and feelings.



In my blog Tutto è possibile I searched for a language that would be close to my feelings and associations. I found this after a few months in Spanish, or rather, in my personal, imperfect Spanish, sometimes mixing it with or replacing it by French and Italian. Latin languages.